23/04/2012

Nieuwe geluidsnormen vanaf 1 januari 2013

Terug naar artikeloverzicht

De Vlaamse Regering heeft haar geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen gepubliceerd. Tot nu speelt de kwalificatie als ‘dansgelegenheid’ die voor het publiek toegankelijk is, én de grootte van de dansvloer een cruciale rol bij de indeling als hinderlijke inrichting. De Vlaamse overheid zal in de nieuwe reglementering focussen op het geluidsvolume dat de inrichting produceert.  Er zullen vanaf 1 januari 2013 3 regimes van toepassing zijn. 

Niet-ingedeelde inrichtingen (Vlarem II, art. 6.7

Alle ‘inrichtingen met muziekactiviteiten’ waar het geluidsniveau ten hoogste 85 dB(A)LAeq,15min bedraagt, vallen voortaan onder het nieuwe Vlarem-regime van de niet-ingedeelde inrichtingen. 

Volgens het oude KB op de geluidsnormen bedraagt het maximale geluidsniveau van die inrichtingen 90 dB(A)LAmax,slow. Dat maximum, gemeten met de trage dynamische karakteristiek, komt overeen met 83 dB(A)LAeq; dat is het geluidsniveau uitgemiddeld over een bepaalde periode. De nieuwe regeling trekt het maximum dus op van 83, naar 85 dB(A)LAeq,15min, of van 90 naar 92dB(A)LAmax,slow

Muziekactiviteiten in private inrichtingen of muziekactiviteiten die plaatsvinden in openlucht, in een tent, of in een andere openbare inrichting dan de ingedeelde openbare inrichtingen vallen onder het regime van de niet-ingedeelde inrichtingen.

Met uitzondering van de private inrichtingen mag in deze inrichtingen het maximale geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) en LAmax,slow 92 dB(A) niet overschreden worden. Voor maximaal 12 gelegenheden per jaar (en maximaal 2 dagen per maand) is een afwijking op dat regime mogelijk, na toestemming van de gemeente, en er moet rekening gehouden worden met het geluidsniveau in de buurt.

Ingedeelde inrichtingen (Vlarem I, bijlage 1, rubriek 32

De volgende lokalen vallen vanaf 1 januari 2013 onder het regime van de hinderlijke inrichtingen. Zij zijn dan meldingsplichtig (klasse 3) of vergunningsplichtig (klasse 2): 

Feestzaal
Lokaal
Geluid > 85 dB(A)LAeq,15min
Geluid ? 95 dB(A)LAeq,15min
3
Feestzaal
Lokaal
Schouwspelzaal
Geluid > 95 dB(A)LAeq,15min
Geluid ? 100 dB(A)LAeq,60min
2
Andere schouwspelzalen, m.n.: schouwburgen, variététheaters,
sportzalen (niet: gemotoriseerde sporten),
en feestzalen met speelruimte
Dus met:
Geluid > 85 dB(A)LAeq,15min
Geluid ? 95 dB(A)LAeq,15min
3
Sportzalen voor gemotoriseerde sportmanifestaties
met gebruik van verbrandingsmotoren (bv. indoorkarting)
  2

Het geluidsniveau van muziekactiviteiten mag nooit hoger zijn dan 100 dB(A)LAeq,60min. Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van de muziek, als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

Hoe hoger het volume van de muziek, hoe meer flankerende maatregelen de exploitant van de inrichting moet nemen. Dat kan gaan om

  • het verplicht gratis ter beschikking stellen van oordopjes
  • de verplichting om een geluidsplan op te maken
  • het geluidsniveau continu te tonen aan de verantwoordelijke voor het geluidsniveau
  • het geluidsniveau permanent te registreren en die gegevens gedurende ten minste 1 maand bij te houden. 

Feestzalen, lokalen en de meeste schouwspelzalen van categorie 2 mogen hun maximale geluidsniveau bij maximum 12 gelegenheden per jaar overschrijden, met een maximum van 2 dagen per maand , en dat enkel met toestemming van het college van burgemeester en schepenen. Deze afwijking moet gekoppeld zijn aan een ‘bijzondere gelegenheid’ zoals carnaval, de kermis, een schoolfeest, het jaarfeest van een verenging of een huwelijksfeest. Het college kan zijn toelating laten afhangen van extra flankerende maatregelen. 

Oude reglementering (KB geluidsnormen van 24 februari 1977)

Bioscopen en theaters waarin films gedraaid worden, vallen qua geluidsnormen nog eventjes onder het KB van 24 februari 1977. De Vlaamse regering werkt aan een specifieke regeling voor die inrichtingen, die niet alleen de muziekpassages zou omvatten, maar alle vormen van geluid, ook dat van de dialogen en actiescènes. 

Vanaf 1 januari 2013

Het nieuwe regime voor de inrichtingen met muziekactiviteiten treedt in werking op 1 januari 2013.

Bestaande inrichtingen genieten van overgangsmaatregelen. Maar alle exploitanten van reeds vergunde inrichtingen, moeten het college van burgemeester en schepenen, of de andere autoriteit die hen een vergunning verleende, vóór 1 september 2012 laten weten in welke klasse zij hun muziekactiviteiten zien vanaf 1 januari 2013.

Geluidsnormen op de navigator 

Op de navigator kunt u de toekomstige versie van de bepalingen rond
geluidsnormen al raadplegen.
De linken in dit artikel verwijzen trouwens naar de toekomstige
versie van de teksten. 


Als we naar rubriek 32 in Vlarem II gaan zien we in de navigator dat er een versie ’01-01-2013’ bestaat. In die versie zijn de nieuwe bepalingen ivm de geluidsnormen verwerkt.  U zult bijvoorbeeld zien dat er aan versie 2013 van rubriek 32 een artikel 5.32.2.2bis is toegevoegd.



Ook in de toekomstige versies kunt u gemakkelijk raadplegen welke bepalingen kunnen gesanctioneerd worden met een administratieve geldboete.

Door op ‘Gedepenal. Wetg. Aan’ te klikken, markeert u alle bepalingen die opgenomen werden in het miliehandhavingsbesluit en met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden.